De lessen van de moskee-controverse
Als iemand die geïnteresseerd is in de niet-politieke aspecten van de Ground Zero moskee (bedrijfsplan, bestemmingsplan, financiering, etc) is Barry Rubin tot de conclusie gekomen dat niet per sé het verzet tegen de bouw, of ondersteuning van het project het belangrijkste is, maar het begrijpen ervan.
Met andere woorden: er kunnen mensen zijn die dit project hartstochtelijk steunen maar toch ook nog veel kunnen leren van de hele affaire.
Een geheel andere kijk op de Ground-Zero-Moskee controverse
door Barry Rubin
Laat ik de twee belangrijkste lessen samenvatten die in het “bouwen-of-niet-bouwen”-debat op de achtergrond blijven:
- Het belangrijkste probleem in een dergelijke kwestie is niet de discriminatie van de initiatiefnemers — zeker niet vanuit de overheid en de massamedia — maar de bijzondere privileges voor hen. Zelfs als iemand voorstander is van de bouw van het project, moet het opvallen dat de overheid en de media er alles aan gelegen is om het te ondersteunen en iedere serieuze discussie over de kwestie te smoren.
- Radicale islamisten doen zich voortdurend voor als zijnde gematigd — daarbij voor een groot deel afhankelijk van de desinteresse van de overheid, de media en de academische wereld om hun achtergronden en referenties te onderzoeken. Zelfs als men van mening zou zijn dat dit niets te maken moet hebben met de bouw van het moskeeproject, zou een waarnemer dat punt moeten inzien. Telkens als de imam en zijn echtgenote — die een belangrijk leider van het project is — de kans hadden om bruggen te bouwen, matiging uit spreken en critici te overtuigen, hebben zij de situatie laten ontvlammen en voor een harde opstelling gekozen.
Zoals ik schreef, kan men deze twee punten begrijpen — en de juiste conclusies trekken — zelfs als men een voorstander is van de bouw van het project.
Voor een belangrijk deel is deze hele controverse niet onstaan als één of ander islamitisch triomfalistisch project, maar veeleer als het resultaat van een geniepige, tamelijk grillige ontwikkelaar met een zucht naar respect en roem die het verkocht aan een ambitieuze, islamistisch-georiënteerde imam als iets dat van hem een grote ster zou maken met ongelooflijk veel geld en macht. En natuurlijk zou die macht en roem vervolgens dan kunnen worden gebruikt om zijn islamitische agenda te promoten.
Dus laten we voor het moment even de voors en tegens van de bouw van dit project aan de kant zetten en het evalueren zonder een standpunt over de kwestie in te nemen. Dan is dit is wat opgemerkt kan worden: in plaats van het slachtoffer van discriminatie te zijn, was het moskeeproject de focus van een bijzonder privilege dat niet aan iemand anders zou zijn gegund, iets waar in alle andere gevallen geen sprake van zou zijn geweest.
Dat betekent niet dat er geen grotere implicaties zijn met betrekking tot locatie van de moskee en wat de reacties op het project naar voren brengen over haar islamitische doelen, de Amerikaanse houding tegenover de islam of politieke islam en de grondwettelijke garanties met betrekking tot de vrijheid van godsdienst. Deze punten zijn al door velen onder de loupe genomen. Maar niet dit
Als het niet omwille van de bijzondere voorrechten zou zijn die het is toegekend, zou het project nooit van de grond zijn gekomen. De initiatiefnemers bezitten niet alle onroerend goed waar het voornemens is te bouwen, en heeft niet met de eigenaar overlegd, de Consolidated Edison Electric Company; het beschikt niet over de nodige financiering noch heeft het enig zicht op het verkrijgen ervan; en de ontwikkelaar heeft een extreem slechte staat van dienst wat juridische kwesties betreft.
De imam zelf is tamelijk vaag, of op zijn minst schimmig. Onder andere kreeg hij een fiscale vrijstelling voor een moskee van naar verluidt 500 leden, dat zou zijn gevestigd in wat een klein appartement is dat op naam staat van de echtgenote van Feisal Rauf [Daisy Khan]. (Hint: als een vermeende religieuze instelling als adres opgeeft “Appartement 10E,” is dat een indicatie dat het geen grote permanente instelling is.) Betekent dit nu dat alle christelijke voorgangers dan brandschoon zijn? Neen, maar ongeacht hun morele standaard of theologische opvattingen, als ze een enorm kerkproject willen uitvoeren kunnen zij maar beter voldoen aan de eisen van het rechtsgebied anders zou hen niet moeten worden toegestaan beton te gaan storten.
Nee, in tegenstelling tot de algemene opvatting, kan u niet zomaar bouwen wat u wilt waar u ook maar wilt, zelfs niet als dat gebouw een religieuze bestemming heeft. Er zijn stedelijke verordeningen, bestemmingsplannen, en tal van andere ssorten regelgeving. En daar zijn [over het algemeen] goede redenen voor.
In deze context echter, met al het andere vergelijkbaar hetzelfde, zou geen enkel kerk- of synagogeproject zijn goedgekeurd voor deze locatie en onder deze omstandigheden en met een dergelijke groep die het project leidt. We moeten niet vergeten dat negen jaar na de aanslagen van 11 september, de stedelijke autoriteiten zo kieskeurig zijn geworden, dat er zelfs vrijwel geen vooruitgang wordt geboekt met het bouwen van iets op de plaats van het World Trade Center.
Voor een Grieks-orthodoxe kerk die vlak naast he WTC stond is nog geen toestemming om het te herbouwen, terwijl dat kerkgenooschap nu met lede ogen moet toezien hoe een moskeeproject in de buurt in vliegende vaart wél de nodige papieren heeft gekregen.
Welnu, dat is nog eens een groots falen, iets dat te wijten is aan een verlammende bureaucratie en een gebrek aan visie. Maar in het geval van het moskeeproject stonden alle lichten op groen en werden er verder geen vragen gesteld. De autoriteiten zwaaiden van waanzinnig restrictief naar idioot tolerant, alleen omdat ze tolerant wilden lijken, of ervoor vreesden voor kwezels uitgemaakt te worden. Beide uitersten van dergelijke gedragingen zijn uitermate verkeerd. Deze mensen worden verondersteld om beslissingen te nemen over de merites van de zaak.
Het probleem met dit alles is noch de islamistische subversieve inspanning, noch vermeende islamofobie, maar juist de fouten die een uitvloeisel zijn van een samenleving die al haar eigen normale, routinematige regels (met volgens de wet gelijke Justitie) overboord zet om uit angst, manipulatie, en misplaatst schuldgevoel aan een bepaalde groep voorrechten te verlenen.
Door dit te zeggen, ontken ik niet de heiligheid van de locatie, de Grondwet, of andere zaken, maar richt ik mij terzijde van dergelijke overwegingen alleen op iets anders dat zondermeer een discussie waard is.
Tot nu toe zijn in de staat New York 242 moskeeën gebouwd, zonder noemenswaardige serieuze oppositie of protesten. Geen probleem dus. Maar in dit specifieke geval, zelfs als de sponsors deze bijzondere moskee “uptown” hadden willen bouwen, zou het geblokkeerd moeten worden op normale gronden. Als het project zonder enige politieke oppositie gewoon door was gegaan, is het zeer waarschijnlijk dat het de finaciering niet rond had kunnen krijgen (of zich afhankelijk van zulke enorm onsmakelijke bronnen had moeten maken dat het zichzelf in diskrediet had gebracht), en in een faillissement was geraakt met de achterlating van een verwarrende zakelijke puinhoop.
Dit verhaal is ook een verhaal over de grenzen aan gematigdheid voor elke moslimleider die goed gespekt en populair wil zijn. Op zijn best is Rauf iemand die bang is om iets te zeggen wat bij islamisten weleens niet in goede aarde zou kunnen vallen; in het ergste geval is zelf een radicale islamist.
Het is waar dat zijn brieven aan de Wall Street Journal en de New York Times alweer 30 jaar oud zijn. Toch ontwijkt de imam van de Ground Zero moskee nog steeds iedere beantwoording op de vraag of zijn opvattingen sinds die tijd veranderd zijn, en is er niets dat wijst op een breuk met dat verleden.
In één van die brieven steunt hij de Iraanse revolutie [van Khomeini]. Er is een belangrijk punt dat hierbij onopgemerkt is gebleven. Rauf’s openlijke lof voor die revolutie kwam precies op het moment dat het extremisme ervan duidelijk was geworden: de totale overname van de staat door radicale islamisten, de afzetting van zelfs de meest gematigde moslims uit de macht, de onderdrukking van seculier-links. Hij onderstuende niet de omverwerping van de sjah en de opkomst van de democratie, maar de triomf van ayatollah Ruhollah Khomeini en alles wat dat met zich meebracht.
In een andere brief stelt hij dat de vrede plus het geduld van moslims erin zal resulteren dat Israël gewoon nog een door Arabieren gedomineerd land zou worden. Ook hierin is zijn precieze invalshoek onthullend. Men zou kunnen stellen dat hij bezig was om de moslims aan te moedigen om vrede te sluiten met Israël omdat zoiets hoe dan ook het bereiken van de totale overwinning voor hen efficiënter zou maken. Maar door vrede te presenteren als een truc om Israël te vernietigen, verkondigde hij een ongemakkelijke parallel met wat radicale islamisten in het geniep in het Westen uitvoeren: middels de prettentie een compromis te zoeken en het voorwenden van gematigdheid, de macht grijpen. De verschillende versies van zijn boek doet ook vermoedens rijzen over zijn ware overtuigingen en intenties, net als bij veel van zijn andere acties.
De imam zou gereageerd kunnen hebben op deze en andere kwesties, met een aanpak die past in de moderatie van de gematigdheid en het bruggebouwen die hij en zijn vrouw menen te vertegenwoordigen. Hij zou hebben kunnen zeggen: Ja, ik heb de Iraanse revolutie eerst goedgekeurd, maar bij nader inzien van hoe extreem repressief het regime uitpakte, heb ik geconcludeerd dat het niet mijn opvatting is over wat de islam betekent, noch dat ik voorstander van een theocratische islamitische regeringvorm ben.
Maar dat zei hij niet. Onderschrijft hij écht het Iraanse regime als een illustratie van zijn soort van islam? Of hoopt hij misschien stapels geld in te kunnen zamelen voor het project, of is hij alleen terughoudend met kritiek op alles wat islamitisch of islamitistisch is? Als hij dat had gedaan, zou het de kritiek op hem hebben ondermijnd en hem het applaus hebben opgeleverd van vele Amerikanen. Maar dat is zijn prioriteit niet.
Ook zou hij over Israël hebben kunnen zeggen dat hij danwel ooit de vernietiging ervan voorstond, hoewel met politieke middelen, maar nu, jaren later, dit idee niet realiseerbaar ziet en voorstander is van een echte twee-staten-oplossing [of dat Jordanië wat zou moeten inschikken]. Hij zou dan kunnen aanvoeren dat vrede en vlotte oplossing zou zijn in een compromis in het belang van de Palestijnen.
Maar dat zei hij niet. Integendeel, hij ontweek de vraag. Dus steunt hij de vernietiging van Israël. Maar is dat uit een besef dat een voorkeur voor een echte en duurzame vrede de radicale islamisten in de wielen zou rijden, of is het dat hij vreest dan het type mensen of regering af te schrikken bij wie hij geld wil inzamelen? Nogmaals, het komt in de praktijk op hetzelfde neer.
Zijn voornaamste zorg is dan ook niet om de Amerikanen gerust te stellen of om bruggen te bouwen, maar om niets te zeggen dat definitief zou laten zien dat hij geen radicaal of islamist is. Natuurlijk zou hij er ook van kunnen uitgaan dat hij er wel mee weg zal komen, aangezien degenen die zijn project odersteunen geen aandacht besteden aan dergelijke kwesties en degenen die zich ertegen verzetten door de overheid en in de media worden gedemoniseerd.
Toch was een dergelijke nep- (of gelimiteerde) gematigdheid voldoende om bij velen in de elite de teddybeer van New York te maken. Ondertussen worden echte en moedige gematigde moslims, waarvan een aantal zich verzetten tegen de moskee, grotendeels gemeden in het Westen.
Geconfronteerd met de kritiek, haalde de echtgenote van de imam (één van de [door Bert Koenders gesubsidiëerde] leiders van het project), uit naar naar Amerika en de Amerikanen in het algemeen als zijnde “verder dan islamofobie.” Kort daarop zei Rauf dat het verplaatsen van de moskee aan moslims in de hele wereld signaal zou afgeven dat “de islam wordt aangevallen”. Nou, is dat niet wat Daisy hen al vertelde?
Ze had net zo gemakkelijk een benadering kunnen kiezen van ‘kijk naar alle geweldige mensen die ons steunen, is Amerika niet geweldig?’ en ‘Zijn er mensen die tegen ons protesteerden? Welnu, dat is waar een democratisch debat over gaat. En het is dan mijn taak om ze te overtuigen en middels transparantie hun zorgen weg te nemen. Is dat niet waar het bouwen van bruggen allemaal over gaat?’
Integendeel, Rauf en zijn vrouw Daisy speelden de islamofobie-kaart, van hoe verschrikkelijk Amerika wel niet is. Door het conflict te escaleren en te veroordelen — eerder dan hun critici proberen te overtuigen — hebben ze het beeld van Amerika in de ogen van de moslims beschadigd, en de verdeeldheid binnen de Verenigde Staten verdiept. Ze weigerden ook om iedere veranderig van locatie te overwegen. Men zou kunnen stellen dat een dergelijke concessie niet opgelegd kan worden, maar zou dat hun vermeende doelen niet beter gediend kunnen hebben?
Als u zich de controversiële en moeilijke taak op de schouders neemt van het bouwen van een islamitisch centrum, direct naast Ground Zero, zou u dan niet extra voorzichtig zijn om me de locatie het een verdeeldheid veroorzakende kwestie te maken?
Maar inderdaad, als degenen die achter dit project zitten werkelijk gericht waren op matiging en wederzijdse tolerantie, zou het project waarschijnlijk gelukt zijn, zelfs ondanks de oppositie. Zij hadden immers iedereen al aan hun zijde — de stedelijke overheid en de massamedia. Klachten kunnen gemakkelijk buiten beschouwing worden gelaten in de hoop dat het succes zou gaan bewijzen dat ze abuis waren.
In plaats daarvan zitten we nu gevangen in een debat tussen het bouwen-op-deze-plaats-is-beledigend-kamp en het niet-bouwen-is-islamofibie-kamp. Zoals gebruikelijk, worden door stellingname feiten soms minder goed zichtbaar.
Zou de moskee gebouwd moeten worden? Dat is een zaak voor anderen om over te debatteren. Als analist houdt me dat niet werkelijk bezig. Immers, het meningsverschil over de bouw staat het begrijpen van de echte problemen in kwestie in de weg. Of het nu wel of niet gebouwd wordt, of zou moeten worden gebouwd; er worden hier belangrijke lessen geleerd.
————————
Dit is een vertalig van A Totally Different Approach on the “Ground Zero Mosque” Controverse door Barry Rubin, directeur van het Global Research in International Affairs Center (GLORIA) en uitgever van het Middle East Review of International Affairs (Meria). Zijn meest recente boeken zijn The Israel-Arab Reader (zevende druk), The Arab Struggle for Democracy in the Middle East (uitg. Wiley), en The Truth About Syria (uitg. Palgrave-Macmillan). Zijn artikelen verschijnen onder andere op Gloria Center en Rubin Reports
Related Posts
-
Max