Een nieuwe inquisitie: hedendaagse religieuze vervolging

By • on September 6, 2010

Ben en Sharon Vogelenzang bestierden hun bloeiende Bounty House Hotel in Liverpool sinds 2006. Op 20 maart 2009 echter werd hun leven en werk abrupt op de kop gezet nadat een gast van hun hotel, Ericka Tazi, op de laatste dag van haar verblijf ineens in een Hajib gehuld uit haar kamer kwam en er een gesprek ontstond over religie.

Naar verluidt zou Ericka Tazi (60), die anderhalf jaar ervoor bekeerd was tot de islam, het echtpaar gezegd hebben dat Jezus als een “mindere profeet” beschouwd wordt in de islam, en ook zou er ook gesproken zijn over over de status van Mohammed. Mevrouw Vogelenzang had in dat gesprek Tazi’s Islamitische kledingvoorschriften “een vorm van slavernij” genoemd en de heer Vogelenzang zou gezegd hebben dat de profeet Mohammed “een krijgsheer” was.

Ericka Tazi deed daarop aangifte bij de politie en beschuldigde het echtpaar ervan haar religieuze overtuiging beledigd te hebben, waarop het echtpaar werd verhoord, gearresteerd en een ”religiously aggravated public order offence” ten laste gelegd. Mike Judge, woordvoerder van The Christian Institute dat de Vogelenzangs steunde in de verdediging, zei hierover:

Als we echt vinden dat iemand zoiets niet kan zeggen zonder door de politie in de kraag gevat te worden, denk ik dat we in een zeer zorgwekkende situatie verkeren wat betreft de vrijheid van meningsuiting.”

Meteen nadat bekend werd dat het echtpaar vervolgd zou worden liepen de boekingen met 80 procent terug, vooral doordat een plaatselijk ziekenhuis door de kwestie een voor de Vogelenzangs vitale overeenkomst hadden opgezegd waarin zij het hotel aanbevolen aan mensen die er cursussen volgden. Mike Judge:

Het is gewoon een gevolg van de zaak dat zij zich niet alleen zorgen maken over de gerechtelijke kosten, maar ook hun business kunnen verliezen.”

Na een twee dagen durend proces in de Liverpoolse rechtbank werden de aanklachten door rechter Richard Clancy verworpen. Volgens hem waren mevrouw Tazi’s beweringen niet geloofwaardig en ook trok hij haar geëngageerdheid voor de islam in twijfel.

De vrijspraak werd gezien als een overwinning voor de vrijheid van meningsuiting, maar het echtpaar Vogelenzang is nu gedwongen het hotel te veilen, in een poging de bank en andere schuldeisers van het lijf te houden. Als ze hun bedrijf en het gebouw niet voor een prijs weten te verkopen die hun schulden dekt, staat het echtpaar een persoonlijk faillissement te wachten.

Naar aanleiding van deze treurige en zorgwekkende zaak is bij Civitas deze zomer een boek verschenen:
A New Inquisition: religious persecution in Britain today [“Een nieuwe inquisitie: religieuze vervolging in het Groot-Brittannië van vandaag”] van Jon Gower Davies:

Open samenlevingen waarin wij proberen om onze geschillen zonder geweld op te lossen, zijn een grote menselijke verworvenheid. Maar omdat de vrijheid van meningsuiting als iets vanzelfsprekends gezien wordt, zijn wij niet zo alert op de risico’s van de ontwrichting ervan als we zouden moeten zijn. In “Een Nieuwe Inquisitie” behandelt Jon Gower Davies, voormalig hoofd van de faculteit Religiewetenschappen aan de Universiteit van Newcastle, het nieuwe juridische begrip ‘religieuze haat’ en ontvouwt aan de hand van voorbeelden uit recente rechtszaken de onderdrukkende- en bizarre aard van de gerechtelijke pogingen om zulke kwesties te reguleren.

De ‘hate’crime-wetgeving verplaatst een steeds groter aantal kwesties die traditioneel in het de burgermaatschappij opgelost werden naar het domein van de staat en de rechtbanken. Bovendien blijkt de uitvoering van deze wetgeving juist de atmosfeer te scheppen waar het voor ontworpen was om te voorkomen: haat. Jon Davies waarschuwt tegen ontwikkelingen die het traditionele publieke debat over religie en haar critici onmogelijk maakt… De vrijheid om onze gedachten zonder angst of last uit te spreken is de moeite waard om voor te vechten.

“Een nieuwe inquisitie: religieuze vervolging in het Groot-Brittannië van vandaag”

recensie, door Durotrigan

Het schrijven van dit niet al te dikke boek was ingegeven door het proces tegen Ben en Sharon Vogelenzang, twee Liverpoolse hoteliers die weliswaar vijgesproken werden van het door een door een boosaardige bekeerde moslim tegen hen ten laste gelegde, maar hun bedrijf geruïneerd zagen en hun leven op de kop gezet. De ijver waarmee de zaak is opgepakt en vervolgd door het Openbaar Ministerie [Crown Prosecution Service, CPS] is niet alleen illustratief voor de wens van de Britse staat om gedachte-criminelen te genereren en te vervolgen, maar ook voor het prijsgeven van het voorwendsel dat haar burgers gelijk zijn voor de wet. Sommige burgers — in het bijzonder moslims — zijn meer gelijk dan anderen.

Davies, emeritus hoogleraar van de universiteit van Newcastle, laat aan de hand van de ellende van de Vogelenzangs zien hoe de officiële dagvaarding door het multiculturalisme dient om ons rechtssysteem te perverteren en het traditioneel vrije en gemakkelijke openbare discours over religie en goddeloosheid te ondermijnen.

Waar eens een levendig debat en platvloerse humor de regel waren, heerst nu een ijzig dodelijke stilte en een gevoel van onbehagen, dankzij het gecombineerde effect van enerzijds een nieuwe categorie, religieuze ‘hate’crime, die is ontstaan door Racial and Religious Hatred Act uit 2006 en het Religious Hatred’ paragraaf van de Anti-Terrorism, Crime and Security Act uit 2001, en anderzijds een luidruchtige en bedreigende moslim lobby.

Mensen zijn schucher geworden in het debatteren over- of de spot drijven met een zekere religie: de islam. Zowel vanwege de bijzondere juridische status die deze religie en zijn volgelingen is toegekend, alswel de bereidheid van een aanzienlijke minderheid van moslims om hetzij critici met geweld te bedreigen danwel het volle gewicht van de ‘haat’-wetgeving op te leggen aan vrijzinnigen en volgelingen van andere religies.

Wie had het nog maar 30 of 40 jaar geleden kunnen bedenken dat de manier waarop de Vogelenzangs het te verduren hebben gehad (en nog steeds te verduren hebben) mogelijk zou zijn geworden, en dan alleen maar omdat zij het waagden een gesprekje met een moslim te hebben die zij te gast hadden, waarvan deze laatste naderhand beweerde dat ze beledigd was door wat ze gezegd hadden?

Een belangrijk deel van de zakelijke activiteiten van de Vogelenzangs bestond eruit met hun Bounty House Hotel een externe accomodatie te bieden voor de gasten van een lokaal ziekenhuis, die toen de zaak eenmaal aan het rollen was gebracht onmiddellijk al hun boekingen annulleerde.

De minste hint dat de hotelhouders geassocieerd werden met een ‘hate’crime was al voldoende om gestraft te worden, en een voor hen primaire bron van levensonderhoud weg te halen. Om hun pijn nog eens te verergeren ontvingen de Vogelenzangs hate-mail en werden ze door sommige commentatoren in de nationale media aan de schandpaal genageld als ‘gestoorde’ christenen. Dit was natuurlijk volstrekt onrechtvaardig en volkomen redeloos.

Davies zelf vestigt de aandacht op de getuigenis van een andere moslim die er te gast was, een arts, die in tegenstelling tot de overijverige en broze bekeerling mevrouw Tazi, de Vogelenzangs wist zien voor wat ze zijn: door-en-door fatsoenlijke mensen. Davies citeert de naamloze arts — zijn verzoek anoniem te blijven is op zich al een trieste aanklacht tegen de afwezigheid van onze vrijheid als gevolg van de angst om door islamisten en het politiek correcte establishment aangevallen te worden — die gezegd zou hebben:

Ik ben moslim en ik weet dat zij vrome christenen zijn, maar (…) ik heb ze helemaal nooit als beoordelend ervaren. Ze waren tegen mij met zo vriendelijk als tegen de andere gasten. (Geciteerd in Davies, 2010: p. 17).

Dus… waarom werden ze dan berecht?

Het antwoord op deze laatste vraag ligt in de eroderende invloed van het Macpherson Report [waarin voorstellen werden gedaan om de ‘institutioneel racistische’ politie aan te pakken], die de notie heeft vernietigd van een onpartijdige justitie, van de vrijheid van gedachte en -meningsuiting en daarmee de vrijheid zelf.

De Vogelenzangs, zo concludeert Davies, zijn het slachtoffer van het Britse equivalent van Mao’s Culturele Revolutie; een politiek-correcte revolutie waarin een overtreder van de diversiteitscode vervolgd moet worden en als voorbeeld aan de schandpaal genageld. De differentiële toepassing hiervan betekent dat witte Britten op flinterdunne gronden al worden vervolgd voor ‘hate’crimes, terwijl een moslim en plein publique de meest opruiende dingen kan zeggen waar de politie werkeloos bij toekijkt — zoals toen een enkel individu een moslimmenigte toesprak terwijl Geert Wilders het Britse Parlement bezocht voor een vertoning van zijn film Fitna:

De straf in de islam voor het beledigen van de profeet is de doodstraf (…) Hij [Wilders] zou een les geleerd moeten hebben van Theo van Gogh die deze straf heeft ondergaan (…) Wij zijn hier om deze hond een lesje te leren. (Geciteerd in Davies, 2010: p. 20).

In mij oren klinkt dit als aanzetten tot moord.

Een andere reden die ten grondslag ligt aan het verschil in toepassing van de wet en de constructie van ‘hate’crimes is het feit dat het OM [de Britse CPS] zich ten doel stelt het aantal van dergelijke ‘misdaden’ dat zij naar de rechter brengt verder op te schoeven. Bovendien wordt de wettelijke basis gecompromitteerd door het bestaan van specifieke etnische en confessionele lobbygroepen die de neutraliteit ondermijnen.

Zo hebben we in het Verenigd Koninkrijk de National Black Crown Prosecution Association (NBCPA) en de National Association of Muslim Police (NAMP) die sektarische agenda’s bevorderen die specifiek zijn gericht op de ondermijning van het gemeenschappelijk belang en juist de “belangen” bevorderen van wettelijk beschermde minderheden (dwz die zijn aangewezen als collectief van etnische en religieuze slachtoffers).

Davies boek is verfrissend in zijn objectieve en analytische aanpak van de problemen die ontstaan door de invoering van een nieuwe categorie ‘hate’crimes — religieuze ‘hate’crime — dat een symptoom is van de irrationele gedachtegang die zich in het hart bevindt van de beleidsvorming en het politieke- en media-establishment in het Verenigd Koninkrijk van vandaag.

Helaas, als gevolg van de heerschappij van de ‘Cameron’s’ en hun coalitie-akkoord met de Liberal Democrats, is het niet waarschijnlijk dat deze wetten zullen worden ingetrokken of dat het buitengewoon gecorrumpeerde denken dat aan de ontwikkeling en introductie ervan ten grondslag ligt, overboord wordt gezet.

———————————

Jon Gower Davies, “A New Inquisition: religious persecution in Britain today” (Civitas, London, 2010) is te bestellen bij Civitas op http://www.civitas.org.uk/books/whatsnew.php